Cappella Calluna
Kleinkoor met een groot geluid

Bonjour! - 3 maart 2013

Een muzikale groet in vier talen

Een bladknop popelt van ongeduld om zijn al te nauw geworden jasje uit te trekken, en het voorjaar en de wereld te begroeten. Het openingslied van dit concert werd geschreven door Yvonne Desportes, een 20ste eeuwse Française die zeer uiteenlopende gedichten koos en daar speelse, verrassende muziek bij componeerde. Een baby’tje, dat speelt met bloemblaadjes tussen haar tenen; een zomerse regenbui…

Als eigentijdse religieuze tegenhanger zongen we muziek van Siegfried Reda en Hugo Distler. Sommige van deze liederen ademen vertrouwen uit, maar in andere is juist angst en beklemming te horen. De verschrikkingen van het naziregime waaronder Distler en Reda geleefd hebben, zijn daarbij ongetwijfeld van invloed geweest.

Het moderne deel van het programma werd omlijst door twee blokjes met Renaissancemuziek. We begonnen met een religieus deel, waarin onder andere een magistraal Magnificat van de Italiaan Marenzio. Dezelfde tekst werd door Orlandus Lassus met toepassing van Gregoriaanse verzen op muziek gezet. Iets later schreef Crüger zijn vrolijke Cantate Domino.

In het laatste deel van het concert kwam Marenzio weer terug, met een madrigaal vol typisch Italiaanse dramatiek. Dat niet alleen Italianen die kunst machtig waren bleek uit Chi mi dimandarà van Hans Leo Hassler. En ook onze eigen Sweelinck liet zich graag door Italiaanse poëzie inspireren. Zijn expressieve Dolcissimo ben mio besloot dit concert.

De harpiste Marianne Smit verzorgde tijdens het concert twee intermezzo's met werken van Giovanni Battista Pescetti en Marcel Tournier.